Voorbeelden van het gebruik van Is hij in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Waar is hij naartoe?
Is hij dood?
Waarom is hij hier?
Wanneer is hij kwetsbaar, de komende 24 uur?
Burke, is hij hier?
Waarom is hij zoveel sneller dan Barry
Waar is hij?
Is hij wel eens gemeen?
Is hij geladen?
Waarom is hij boos op Schultz?
Misschien is hij in de herberg wanneer we daar komen.
Is hij hier echt?
Te drastisch, en dan is hij niet meer geschikt voor actieve dienst.
Wanneer is hij weer beter?
Volgens sommigen is hij vermoord, maar z'n lichaam is nooit gevonden.
Is hij ongeneselijk?
Misschien is hij naar het cafe.
Met wie is hij meegegaan?
Fantastisch. Is hij binnen?
Dan is hij de tweede man in de Koninkrijken.