Voorbeelden van het gebruik van Is je moeder in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
De naakte vrouw is je moeder.
Die vrouw met dat blauwe oog is je moeder.
Is je moeder blij?
Is je moeder een negerin?
Is je moeder in de buurt?
Is je moeder er?
Waarom is je moeder er niet?
Wat is je moeder toch een triest geval, hè?
Is je moeder hier?
Waar is je moeder?
Gab, is je moeder op haar werk?
Dat is je moeder.
Dat is je moeder daar?
Daar is je moeder veel te aardig voor.
Is je moeder daarbinnen?
Is je moeder daar?
Jezus. Is je moeder 'n seriemoordenaar?
In dat landschap is je moeder geboren.
Is je moeder thuis?
Het is je moeder.