Voorbeelden van het gebruik van Kleine in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Stuur kleine Louis.
Dit is kleine Frankie Costello.
En deze kleine asteroïde gaat lekker naar huis.
Kleine broer, we beginnen opnieuw,
Kende jij kleine Louie?
Dat is niet goed voor de kleine.
Ze heeft die kleine en alles.
Je weet toch hoe ik me voel over kleine ruimtes als deze.
Je hebt de pot van haar kleine kerstboom gebruikt.
Ren, kleine Bob.
ben ik er niet meer voor Marnie en de kleine.
Colin, jij bent mijn kleine broer, oké?
Zorg voor dit kleine kind.
Waar is je kleine vriendje?
Dat is m'n kleine vent.
Ik ga je missen, kleine man.
En God zei, Maak je geen zorgen, kleine Hobbit.
Je had me moeten zien met een kleine.
Hij wil je alleen graag een kleine geven.
Hey Sam, wat vind je nu van jou kleine held?