Voorbeelden van het gebruik van Meester in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Heeft u mij lief, meester?
Je kent natuurlijk Meester Ip?
Ja, meester.
Nee, Meester Ip.
Mevrouw Ip, waar is Meester Ip?
Ga zitten, Meester.
Gefeliciteerd, Meester Cheung.
Ik ben de meester van het babysitten.
Meester, wat is er met je gezicht gebeurt?
Meester Wong uitdagen! We gaan niet terug!
Meester Chung moet weten wat we doen.
Blijft meester van het onderzoek;
Meester Lu heeft mij gered.
Je baas is een meester in het 'te weinig en te laat.
Vraag meester Yoda wat hij wil doen.
Meester Ho heeft ons gestuurd.
Meester Fox, de situatie is hier gruwelijk.
Meester Fox, dank u dat u voor m'n zoon zorgt.
Ik ben Meester Fox, jullie staan onder arrest!
U bent meester in understatement.