Voorbeelden van het gebruik van Volhouden in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Volhouden, Rhonu.
We moeten volhouden.
Ik kan dit niet langer volhouden.
Ik weet niet hoe lang ik dit zal volhouden.
De mustang doet nog steeds mee, dus we moeten de tred volhouden.
Volhouden, soldaat.
Schat, volhouden, oké?
Volhouden, schat, we zijn zo in Portland.
Dat kan hij toch niet volhouden?
Ik kan het niet veel langer volhouden.
Sanim, ik kan het niet langer volhouden.
Je moet alleen volhouden.
Volhouden, Victoria.
Trevor zei, volhouden.
Jij moet 't nog even volhouden.
Volhouden, meisjes!
U moet dus volhouden.
Jullie moeten volhouden.
jullie moeten volhouden.
Je moet nog een beetje volhouden.