Voorbeelden van het gebruik van Zij weten in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Zij weten tenminste waar we zitten.
Zij weten waar Scully is.
Zij weten tenminste dat ze een plaats delict niet moeten bederven.
Zij weten toch wat er echt is gebeurd?
Zij weten van niets.
Zij weten wellicht waar hij zich bevindt.
Zij weten waar ze zijn, hoe alles werkt.
Zij weten hoeveel deze vakantie voor mij betekent.".
Zij weten zelfs of zijn geen van de adressen actief.
Zij weten hier niets van.
Zij weten dat mensen resultaat kunnen bereiken.
Hoe kon zij weten dat ik het was die aanviel?".
Omdat zij weten waarover ze praten.
Als zij weten dat we hem hebben dan verdwijnen ze.
Maar zij weten dat wij hier de vraag stellen.
Zij weten gewoon niet wat ik heb.
Zij weten hier niets over.
Zij weten beter dan wie ook wat ze moeten doen.
Zij weten van.
Zij weten niks.