Voorbeelden van het gebruik van Dat je het vraagt in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik ben blij dat je het vraagt.
Ik ben blij dat je het vraagt.
Ik ben blij dat je het vraagt.
Blij dat je het vraagt.
We zijn blij dat je het vraagt.
Ik sta versteld dat je het vraagt.
Nu dat je het vraagt. Heb je verf?
Ik ben blij, dat je het vraagt.
Archie, ik ben zo blij dat je het vraagt.
Hij verandert z'n verhaal elke keer dat je het vraagt.
Manuel heeft alles georganiseerd dat je het vraagt.
ik ben blij dat je het vraagt.
Weet je, ik ben blij dat je het vraagt.
Nu dat je het vraagt, Georgina Sparks moet herladen… dus ik ga een mentale gezondheidsdag houden,
Goed dat je het vraagt. Daar kan ik heel duidelijk over zijn. Ik heb het zelf herschreven.
De communicatie met de gastheer was het feit dat je het vraagt, zal hij antwoorden.