Voorbeelden van het gebruik van Hij is grappig in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hij is grappig, slim, spreekt Frans.
Want hij is grappig en gemeen.
Je hebt gelijk. Hij is grappig.
Ik weet het niet maar hij is grappig.
Hij is grappig en gewelddadig en de soundtrack is waanzinnig.
Hij is grappig.
Hij is grappig.
Hij is grappig.
Hij is grappig.
Hij is grappig.
Ja, hij is grappig.
Hij is grappig.
Hij is grappig.
Beleefd. Hij is grappig of zo.
Hij is grappig.
Hij is grappig.
Hij is grappig.