Voorbeelden van het gebruik van Hij is grappig in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hij is grappig.
Hij is grappig.
Hij is grappig en… Hij is zo lief.
Hij is grappig, vriendelijk en uiterst behulpzaam.
Hij is grappig.
Hij is grappig.
Ik weet niet of hij mensen helpt, maar hij is grappig.
Je hebt gelijk. Hij is grappig.
Ik vind hem leuk, hij is grappig.
Hij is grappig en cool, iedereen mag hem,
Brick is geen typische jongen… maar hij is grappig, lief en waarschijnlijk een genie.
Hij is grappig en makkelijk om rond te zijn
Hij is grappig, er zit iets bijzonders in en ik hoop dat het een goed
Hij was grappig.
Hij was grappig, altijd aan het dollen.
Hij was grappig.
Hij was grappig en sexy.
Hij was grappig.