Voorbeelden van het gebruik van Hij leren in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
We waarderen zijn vele successen en hopen dat hij kan leren uit deze gebeurtenis.'.
moet hij leren erop te reageren zelfs
Na een tijdje, als je dat tenminste wilt, kan hij leren om andere honden dichterbij te passeren.
In het dagelijkse leven en de gevechten van zijn werkplaatscomité moet hij leren revolutie te voeren.
Dit moest hij leren daar hij verder afgescheiden werd van een rechtstreekse verbinding met de spirituele waarheid.
Hij moest leren om zo te haten wat hij geworden was,
Hij zou leren beslissen en op zijn eigen oordeel af te gaan,
in de hoop dat hij zou leren ontspannen.
moet hij leren om met eer te vechten voor de boeren die hij redt
Nu moet hij weer leren om te leven, of beslissen
kan hij leren om ervan te genieten."- Samuel Johnson.
Als een kind weet hoe hij zijn leren kan reguleren, is het een actief en constructief proces.
die hier naast me zit. Dan kan hij leren wat jij doet.
kan hij leren om zijn eigen te verbeteren.
nu moet hij leren wat het betekent om te strijden voor zijn thuisland,
nu moet hij leren wat het betekent om te strijden voor zijn thuisland,
maar zal hij ook leren abiurasi het idee dat