HIJ LEREN - vertaling in Spaans

aprender
leren
weten
leer hoe
enseñar
leren
onderwijzen
lesgeven
laten zien
worden onderwezen
om les te geven
tonen
onderrichten
bijbrengen
leer je
aprenderá
leren
weten
leer hoe
aprende
leren
weten
leer hoe
aprenda
leren
weten
leer hoe

Voorbeelden van het gebruik van Hij leren in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Hij belooft de jongeling dat hij zal leren kritisch na te denken over de sociale oorsprong van schijnbaar tijdloze morele normen
Promete al joven que aprenderá a pensar de manera críticasobre los orígenes sociales de normas morales aparentemente eternas,
We waarderen zijn vele successen en hopen dat hij kan leren uit deze gebeurtenis.'.
Apreciamos sus muchos logros y esperamos que siga hacia adelante y aprenda de esta experiencia.".
moet hij leren erop te reageren zelfs
debe aprender a reaccionar a ella aun
Na een tijdje, als je dat tenminste wilt, kan hij leren om andere honden dichterbij te passeren.
Con el tiempo y si tu quieres, aprenderá a pasar más cerca de los otros perros.
In het dagelijkse leven en de gevechten van zijn werkplaatscomité moet hij leren revolutie te voeren.
En la vida y en las luchas diarias de su comité de taller el obrero tiene que aprender cómo conducir la revolución.
hij met honden is opgesloten zal hij leren blaffen.
está confinado con perros, aprenderá a ladrar.
Hij zou alles kunnen, als hij zou leren z'n energie in te tomen.
Es que es capaz de hacer cualquier cosa si sólo aprendiera a controlar esa energía que tiene.
Dit moest hij leren daar hij verder afgescheiden werd van een rechtstreekse verbinding met de spirituele waarheid.
Esto era necesario para que aprendiera, ya que se volvió más desprendido de un vínculo directo con la Verdad Espiritual.
Hij moest leren om zo te haten wat hij geworden was,
Aprendió a odiar aquello en lo que se había convertido tanto
Hij zou leren beslissen en op zijn eigen oordeel af te gaan,
Aprendería a decidir y actuar según su criterio propio,
in de hoop dat hij zou leren ontspannen.
con la esperanza de que aprendiera a relajarse.
moet hij leren om met eer te vechten voor de boeren die hij redt
debe aprender a pelear con honor por los campesinos a los que tiene
Nu moet hij weer leren om te leven, of beslissen
Ahora debe aprender a vivir de nuevo
kan hij leren om ervan te genieten."- Samuel Johnson.
quizás aprenda a disfrutar de lo que tiene en casa”.- Samuel Johnson.
Als een kind weet hoe hij zijn leren kan reguleren, is het een actief en constructief proces.
Si los niños saben cómo regular de la mejor manera su aprendizaje, este constituirá un proceso activo y constructivo.
die hier naast me zit. Dan kan hij leren wat jij doet.
aquí, esté a tu lado para aprender tus labores.
kan hij leren om zijn eigen te verbeteren.
puede aprender a mejorar el suyo propio.
nu moet hij leren wat het betekent om te strijden voor zijn thuisland,
ahora debe aprender lo que significa la batalla por su patria,
nu moet hij leren wat het betekent om te strijden voor zijn thuisland,
ahora debe aprender lo que significa la batalla por su patria,
maar zal hij ook leren abiurasi het idee dat
sino que también aprenderá a comprender la idea de
Uitslagen: 114, Tijd: 0.0599

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Nederlands - Spaans