Voorbeelden van het gebruik van Hoe was het in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hoe was het?
Hallo, schat. Hoe was het op school?
Hoe was het op kantoor, lieverd?
Hoe was het?
Hoe was het als tiener voor jou?
Hoe was het met Jess en de Werknemer van de Maand?
Hoe was het in de bibliotheek?
Hoe was het in de stad?
Ja, hoe was het?
Hoe was het in Zwitserland?
En hoe was het met Larry?
Hoe was het verbonden met de geografie van de Nijlvallei?
Hoe was het om van hem gescheiden te zijn? .
Hoe was het met Max en Gavin?
Hoe was het op aarde toen de dinosauriërs leefden?'.
Hoe was het met Marius?
Hoe was het bij je man, Joyce?
Oke, hoe was het?
Hoe was het vandaag op school?
Hoe was het ook al weer?