Voorbeelden van het gebruik van Lullig in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Het was niet lullig.
Echt lullig.
Ze is nog maar 'n kind. Doe niet zo lullig.
Ja, het spijt me, dat was lullig van mij.
Waarom doe je zo lullig, Charlie?
Waarom doe je zo lullig?
Deed je daarom zo lullig?
Doe niet zo lullig, John.
Doe niet zo lullig.
Doe niet zo lullig!
Jij en pa doen zo lullig.
Doe niet zo lullig, T. Wil iemand iets?
Waarom doe je zo lullig?- Doe ik niet?
Lullig wat er gebeurd is met je kontmaatje.
Hey lullig dat Olivia je heeft afgewezen.
Het moest een lullig klein brandje zijn.
Ik heb lullig tegen je gedaan.
Ik was lullig tegen mijn werkster, dus heeft ze ontslag genomen.
Lullig van Fiona.
Dat lijkt me niet lullig.