SCHROK - vertaling in Spaans

asustó
schrikken
bang maken
bang
wegjagen
beangstigend
verjagen
eng zijn
bangmaken
paniek
flippen
sorprendió
verrassen
verbazen
verrassing
verwonderen
verbaas
verassen
versteld staan
besluipen
schokken
shockeren
sobresaltó
schrikken
miedo
angst
bang
vrees
eng
schrik
om angst
conmocionó
schokken
shockeren
gechoqueerd
alarmó
alarmeren
alarm
bang maken
verontrusten
ongerust maken
om ongerust
bang zijn
asusté
schrikken
bang maken
bang
wegjagen
beangstigend
verjagen
eng zijn
bangmaken
paniek
flippen
asustaste
schrikken
bang maken
bang
wegjagen
beangstigend
verjagen
eng zijn
bangmaken
paniek
flippen
sorprendí
verrassen
verbazen
verrassing
verwonderen
verbaas
verassen
versteld staan
besluipen
schokken
shockeren
asustara
schrikken
bang maken
bang
wegjagen
beangstigend
verjagen
eng zijn
bangmaken
paniek
flippen

Voorbeelden van het gebruik van Schrok in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Ze schrok van een tumor.
Me asusté por un tumor.
Ik hoop dat je niet schrok van Fifi. Ze is heel speels.
Espero que Fify no te asustara, es muy juguetona.
Ik schrok toen ik gestopt werd door een ongeziene kracht.
Me sorprendí cuando fui detenido por alguna fuerza desconocida.
Ik schrok enorm toen je zo op dat podium sprong.
Me asustaste muchísimo al saltar así sobre el escenario.
Ik schrok gewoon even, dat is alles.
Es sólo que me asusté un poco, es todo.
Misschien schrok hij ergens van.
Puede ser que algo lo asustara.
Ik schrok mij wezenloos toen ik dat hoorde.
Me sorprendí cuando escuché eso.
Je schrok, hé?
Te asusté,¿no?
Ik schrok wel even van je?
¿No?- En realidad me asustaste un poco.- Ah,¿sí?
Pas geleden zag ik Gi en ik schrok.
El otro día vi a Gi y me sorprendí.
Schrok je niet van jezelf?
No te asustaste?
Ik schrok toen ik uw koffer opende.
Me asusté cuando abrí su maleta.
Ik schrok. Zoekt u iets?
Me asustaste.¿Buscas algo?
Je schrok, hè?
Te asusté,¿verdad?
Je schrok, hè?
Te asustaste,¿no?
Ik schrok, oké?
Me asusté,¿de acuerdo?
Toen je me dat verhaal vertelde, schrok ik vreselijk.
Cuando me contaste aquello me asustaste mucho.
Ik weet niet waarom ik schrok.
Estamos tranquilos, nena. No sé por qué me asusté.
Ik schrok.
Me asustaste.
Mijn ex-verloofde kwam naar boven en daar schrok ik een beetje van.
Mi ex novio venía de arriba, así que me asusté un poco.
Uitslagen: 238, Tijd: 0.0858

Top woordenboek queries

Nederlands - Spaans