Voorbeelden van het gebruik van Schrok in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik schrok. We kregen de deur niet open.
Ik schrok me dood.
Ik schrok toen de deur dicht ging.
Ik schrok nogal toen ik over de moorden in New York hoorde.
Dat schrok me."Sommige acteurs nemen een drankje.
Ik schrok, maar hij zei dat hij probeerde het te repareren.
De schutter schrok, zijn pistool ging af.
Haar verloofde schrok zich bijna dood.
Ik schrok, terwijl ik had moeten dribbelen.
Ik schrok niet. Ik eet heel enthousiast.
Je schrok, dus pakte je haar stevig vast.
Toen ik hem aanwees, schrok Karen.
Lieverd, ik schrok van je.
Sorry dat je schrok.
Jezus, Corky, ik schrok van je.
Nee, ik schrok alleen even.
Ze zei nu niks omdat ze van haar gevoelens schrok.
Toen ik Venom voor het eerst hoorde schrok ik me de tyfus.
Moeder, ik schrok van u.
Alleen degene waarvan Booth schrok.