Voorbeelden van het gebruik van Troef in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Het is zijn troef.
Onze grootste troef.
De hoofdinspecteur is de troef en je moeder.
De formule was mijn troef achter de hand.
We hebben nog een troef achter de hand.
Ik heb nog een troef achter de hand.
M'n troef achter de hand.
Drie keer geen troef.
Twee ruiten.- Twee zonder troef.
Aliens willen vrede, maar troef met troef.
Harten is troef.
De enige uitzondering is dat schoppen troef is.
Schoppen is troef.
Onze enige troef is dat we zijn memorie hebben in 2000 and 1946.
HANDENVRIJE ACHTERKLEP Een andere troef van de Citroën C4 SpaceTourer is zijn kofferbak.
De troef is niet de naam,
De belangrijkste troef van een advocaat is zijn vermogen om zelfverzekerd te zijn.
Het maakt van theoretische kennis een tastbare troef voor het onderzoeken van de sociale realiteit.
Die naam is de enige troef die we in handen hebben.
Het is de mooiste troef is uw volledig privé zwembad!