Voorbeelden van het gebruik van Vier in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik weet zeker dat je niet wist, dat ik het op de 15e vier.
Ik doe altijd mijn shirt uit als ik iets vier, jullie niet?
Ik gaf die nepkaarten omdat… ik niet echt kerst vier.
Iets van drie of vier uur in de ochtend.
Vier is natuurlijk:'Mama is al weg.'.
Tussen heat vier en heat vijf.
Nummer vier is Ba, het hart.
Vier is het symbool van wet,
Vier maal is scheepsrecht, of niet?
Welke van de vier is het, rechercheur?
Vier uur 's nachts, doe ik een Sudoku.
En vier voor onze hielenlikker.
Al voorbij vier uur… Ze zouden al terug moeten zijn.
Ja, vier is een lastig aantal.
Zo'n vier maanden in haar eerste zwangerschap.
Vier soorten specifieke lichtbronnen voor klinische behandelaars.
Iverson in vier moet nog een uur aan de monitor blijven.
Er is maar vier procent van de bevolking roodharig.
Plaats vier en vijf zin voor Lenovo en Huawei.
Drie en vier tellen niet,