A EMPEZAR - vertaling in Nederlands

• te beginnen
• aan de slag
• te starten
• van start
• op gang
• naar af
• naar het begin
• te gaan
• bij af

Voorbeelden van het gebruik van A empezar in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

¿Está volviendo a empezar?
Hij begint opnieuw?

Consiguen volver a empezar, pero tienen que intentarlo.
Ze beginnen wel opnieuw. Als ze maar proberen.

¿Qué, ahora tú también vas a empezar a darme la brasa?
Wat, begin jij nu ook al tegen mij?

Volver a empezar sin nada que perder.
Opnieuw opstarten zonder iets te missen.

Pero dispuesto a empezar ahora.
Maar start graag nu.

Vamos a empezar hablando de dimensiones.
Laten we beginnen met praten over dimensies.

Bien, vamos a empezar desde que llegaste a casa.
Oké, laat ons beginnen vanaf het ogenblik dat je thuis kwam.

Vamos a empezar por confirmar su identidad para el registro.
Laten we eerst uw identiteit bevestigen.

Vamos a empezar con algunos tests.
Laten we starten met enkele testen.

Volví a empezar y le hice las preguntas correctas.
Ik begon helemaal opnieuw en begon hem de juiste vragen te stellen.

A lo mejor tuvieron que volver a empezar.
Misschien moesten ze opnieuw beginnen.

La amenaza va a empezar a generar más anuncios personalizados después de un tiempo.
De dreiging zal beginnen met het genereren van meer gepersonaliseerde advertenties na een tijdje.

Volvemos a empezar.
We starten opnieuw.

Vamos a empezar en el regulador.
Laten we beginnen met de regulator.

No irás a empezar a hablar de la chica muerta durante la vigilancia.
Begin nou niet weer over die dode meid.

Voy a volver a empezar.
Ik begin opnieuw.

En Sorrento no vuelva a empezar con esas aventuras amorosas.
Begin in Sorrento niet weer met die… die amoreuze avontuurtjes.

Han vuelto a empezar.
Ze beginnen weer.

Vuelve a empezar conmigo.
Begin opnieuw met mij.

Así que… mañana, vas a empezar el colegio¿Ok?
Dus morgen… ga je beginnen met school, goed?