CHOCAR - vertaling in Nederlands

• crashen
• botsen
• raken
• botsing
• neerstorten
• stoten
• verongelukken
• aanvaring
• raakt
• te stoten
• tegen te komen
• aan botsen

Voorbeelden van het gebruik van Chocar in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Chocar contra otros coches y puch les fuera de la carretera!
Crash in andere auto's en puch hen de weg!

Determina tu velocidad e intenta chocar con los demás coches….
Bepaal je snelheid en probeer in botsing te komen met de andere auto's….

La caballería patriota sin chocar con la infantería se corrió por los flancos.
De patriot cavalerie zonder te raken infanterie rende de flanken.

Eso parece chocar con los KPI más orientados al servicio.
Dit lijkt te botsen met de meer servicegerichte KPI's.

No quiero chocar contra el sol.
Ik wil niet crash in de zon.

Asegúrese de no chocar en los obstáculos en el camino.
Zorg ervoor dat je niet crash in de obstakels op de weg.

Intenta descender la colina sin chocar con las piedras que encuentres en tu camino.
Probeer de heuvel af zonder het raken van de stenen op je pad.

El gesto de chocar dos copas con manera de celebrar un evento importante.
De handeling van een botsing met twee glazen manier om een belangrijke gebeurtenis te vieren.

Chocar contra el suelo, actualización
Crash in de grond, upgrade

Los peces son capaces de moverse todos juntos sin chocar y sin perder.
De vissen zijn in staat om al samen bewegen zonder te botsen en zonder verlies.

Usted puede chocar a su cuerpo todo el tiempo.
U kunt uw lichaam schokken elke keer.

Descripción: Carrera de su propio camión y todo lo que ves chocar!
Beschrijving: Uw eigen Monstertruck race& crash alles wat die je ziet!

Takuma Satō fue descalificado por chocar contra Jarno Trulli.
Takuma Sato werd gediskwalificeerd voor de botsing met Jarno Trulli.

O a una mascota que no puede parar de chocar contra las paredes.
Of een huisdier dat tegen de muur aan blijft lopen.

Él se agarró fuerte a la barra, para no chocar con ella.
Hij greep de paal vast om niet tegen haar aan te botsen.

En el auto, antes de chocar.
In de auto. Voor het ongeluk.

E intente no chocar con nada.
En probeer niets te raken.

Conviértase en un sentido de dulces y chocar las burbujas de dulces.
Word een gevoel van snoep en crash van de bubbels van snoep.

Todos estos terminales manejar unos 58.000 vuelos y pasajeros chocar millones cada año.
Deze terminals verwerken ongeveer 58.000 vluchten en passagiers lopen in de miljoenen per jaar.

Maniobrar su bicicleta a través del tráfico sin chocar con ningún obstáculo.
Manoeuvre uw fiets door het verkeer te raken, zonder enige obstakels.