CREER - vertaling in Nederlands

• geloven
• denken
• het geloof
• geloof
• gelooft
• geloofde
• denkt
• dacht
• denk

Voorbeelden van het gebruik van Creer in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

No puedo creer que esto este pasando.
Dit is niet te geloven.

Eso me lo puedo creer.
Dat geloof ik niet.

¿Puedes creer que tu padre me robara a mi chica?
Niet te geloven dat hij mijn kipje kaapte?

No me puedo creer que estés haciendo esto.¡No!
Ik kan het niet geloven dat je dit doet!

No puedo creer que lo hayas hecho?
Dit is niet te geloven.- Ben je boos?

No puedo creer que saltara.
Dat hij zomaar sprong.

¿Ahora finalmente creer que nada malo que va a pasar?
Geloof je nu eindelijk dat er niets ergs gaat gebeuren?

Ah, no. No puedo creer esto.
Dit is niet te geloven.

No puedo creer que no nos lo dijeras.
Dat je ons dat niet verteld hebt.

Eso me parece difícil de creer.
Dat is moeilijk te geloven.

Todo el camino al hospital no podía creer lo que había hecho.
Op weg naar het ziekenhuis kon hij niet geloven dat hij het gedaan had.

Me cuesta trabajo creer en un Dios que permita que este patógeno exista.
Ik geloof niet in een god die dit virus laat bestaan.

No puedo creer que aún no lo arruinaste.
Dat je het nog niet hebt verpest.

Soy un tonto por creer en tú, Dylan. Y tú eres el hipócrita.
Ik ben dom omdat ik je geloofde en jij bent de hypocriet.

¿Puedes creer que algo así de genial?¿Está sucediendo en nuestra escuela?
Niet te geloven dat er hier zoiets cools gebeurt?

Me es difícil creer en esas promesas con la misma fe de antes.
Ik geloof niet meer zo in die gelofte als vroeger.

Entonces, fingí creer toda esa cosa de"soy anticuado".
Dus deed ik alsof ik geloofde in z'n' ik ben van de oude stempel'-gedoe.

¿Podés creer que te creí todo lo que me dijiste?
Ik geloofde alles wat je me verteld hebt?

No puedo creer que me hagas pelear con resaca.
Dat je me met een kater laat vechten.

Así hemos llegado a saber y creer que Dios nos ama.
En wij hebben gekend en geloofd de liefde, die God tot ons heeft.