QUIERE HABLAR - vertaling in Nederlands

• wil praten
• wil spreken
• wil bespreken
• wil zeggen
• graag praten
• wilt praten
• willen praten
• wilt spreken
• wilde praten
• wil je wel
• wil kletsen
• wil chatten

Voorbeelden van het gebruik van Quiere hablar in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Ha dicho que quiere hablar con él.
U zei dat u met hem wilde spreken.

Si quiere hablar con él solicite una entrevista con su consulado.
Als je hem wilt spreken, moet je een gesprek aanvragen.

¿Por qué quiere hablar conmigo?
Waarom wilt u mij spreken?

Harry dice que quiere hablar conmigo.
Harry zegt dat u me wil spreken.

Creo que quiere hablar.
Ik denk dat hij wil praten.

Quiere hablar.
Ze wilde praten.

¿Quiere hablar con uno de nuestros agentes o equipos de venta?
Wilt u praten met een van onze verkoopteams of vertegenwoordigers?

Quiere hablar contigo.¿Qué cojones?
Hij wil je spreken.

Si tu jefe quiere hablar conmigo, dile que venga.
Als hij me wil spreken, moet hij maar hier komen.

Tengo entendido que quiere hablar conmigo respecto a Aster Corps.
Ik heb gehoord dat je me wilt spreken over Aster Corps.

Quiere hablar con ellos, pero han sido difíciles de encontrar.
Waar je mee wilt praten maar ze zijn moeilijk te vinden.

Howie quiere hablar.
Howie wil je spreken.

¿Quiere hablar conmigo sobre mi cliente, James Devereaux?
Wil je me spreken over mijn cliënt, James Devereaux?

Entiendo por qué no quiere hablar.
Ik begrijp waarom u niet wilt praten.

No, quiere hablar.
Nee, hij wil praten.

Dice que quiere hablar' si tiene Ï… n momento.
Hij zei dat hij wilde praten als je een moment had.

Quiere hablar. Todo va bien.
Ze wil praten. 't Gaat goed.

¿Quiere hablar sobre eso?
Wil je erover praten?

Dijo que quiere hablar. Dijo que me echa de menos, pero solo como amigo.
Hij wil praten en mist me, maar alleen als vriend.

¿Quiere hablar con alguien con respecto al tratado?
Wilt u praten over het verdrag?