NEED TO GO in Dutch translation

• moeten gaan
• moeten weg
• behoefte om te gaan
• noodzaak om te gaan
• nodig hebt om te gaan
• heen wilt
• moet ervandoor
• moet er
• moet erheen
• moet weggaan
• moet vertrekken
• moet even
• moet ophangen
• moet verder
• hoeven te gaan
• moet nu

Examples of using Need to go in English and their translations into Dutch

I need to go out and I need you to drive me.
Ik moet er op uit en ik wil dat jij mijn chauffeur bent.

I need to go, but we will talk about this later, okay?
Lk moet ervandoor, maar we bespreken dit later, goed?

Yeah! We. We need to go.
Ja, wij. We moeten gaan.

Home. Jack, we need to go.
Naar huis. Jack, we moeten weg.

He will take you where you need to go.
Hij brengt je waar je heen wilt.

No need to go without the glow;
Geen behoefte om te gaan zonder de gloed;

You need to go now.
Je moet weggaan, nu.

You need to go out more often.
Jij moet er vaker uit.

I need to go to this party.
Ik moet erheen.

Thanks, Steen. I need to go now.
Ik moet ervandoor.-Bedankt, Steen.

Davey, we need to go.
Davey, we moeten weg.

Edgar! Please! We need to go.
Edgar. Alsjeblieft. We moeten gaan.

You need to go.
Je moet vertrekken.

No need to go shopping in the shops full to bursting!
Geen behoefte om te gaan winkelen in de winkels vol te barsten!

You need to go.
Je moet weggaan.

I just need to go away for a while.
Ik moet er even tussenuit.

I really need to go.
Ik moet erheen.

More coffee? Actually, I need to go.
Ik moet ervandoor. Nog koffie?

Bars, we need to go.
Bars, we moeten weg.

Please! Edgar! We need to go.
Edgar. Alsjeblieft. We moeten gaan.