ABSICHT - vertaling in Nederlands

voornemen
absicht
vorhaben
vorsatz
entschlossenheit
beabsichtigt
will
geplanten
intention
plant
beihilfevorhaben
bedoeling
absicht
ziel
zweck
sinn
plan
gewollt
intention
soll
wollte
beabsichtigt
intentie
absicht
intention
vorsatz
beabsichtigen
will
intension
beabsichtigst
opzet
absicht
konzeption
aufbau
einrichtung
struktur
absichtlich
vorsatz
schaffung
gestaltung
ansatz
doel
ziel
zweck
gegenstand
zielsetzung
sinn
absicht
zielperson
tor
anliegen
zielobjekt
plan
vorhaben
absicht
geplant
planen sie
planung
wollen
schilde
expres
absichtlich
mit absicht
extra
bewusst
opzettelijk
absichtlich
vorsätzlich
bewusst
mit absicht
wissentlich
beabsichtigt
mutwillig
vorsatz
schuldhaft
willen
wollen
gerne
brauchen
gern
versuchen
sollen
wünschen
fordern
verlangen
möchten
wil
wollen
gerne
brauchen
gern
versuchen
sollen
wünschen
fordern
verlangen
möchten
voornemens
absicht
vorhaben
vorsatz
entschlossenheit
beabsichtigt
will
geplanten
intention
plant
beihilfevorhaben
bedoelingen
absicht
ziel
zweck
sinn
plan
gewollt
intention
soll
wollte
beabsichtigt
intenties
absicht
intention
vorsatz
beabsichtigen
will
intension
beabsichtigst
plannen
vorhaben
absicht
geplant
planen sie
planung
wollen
schilde
wilde
wollen
gerne
brauchen
gern
versuchen
sollen
wünschen
fordern
verlangen
möchten

Voorbeelden van het gebruik van Absicht in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Medicine category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Haben Sie die Absicht, zusammenzuziehen?
Zijn jullie van plan om te gaan samenwonen?
Aber meine Absicht entschuldigt nicht meine Wirkung.
Maar mijn intentie is geen excuus voor mijn impact.
Ungeachtet der Absicht der Inhaber der Genehmigung für das Inverkehrbringen.
Niettegenstaande het voornemen van de houders van de vergunningen voor het in de handel brengen.
Loslassen! -Es war keine Absicht.
Laat me los. Ze deed het niet expres.
Es war keine böse Absicht.
Het was geen boze opzet.
Das war nicht seine Absicht.
Dat was niet zijn bedoeling.
Es ist meine Absicht dieses Gefängnis wieder in geregelte Bahnen zu bringen.
Ik wil deze gevangenis weer volgens schema laten draaien.
Wir glauben, dass es Absicht war.- Wirklich?
Wij denken dat het opzettelijk was.- Werkelijk?
Unsere Absicht ist es, diesen Fehler zu korrigieren.
Ons doel is om dit te herstellen.
Deren Absicht ist es, Schaden zu vermeiden.
Hun intentie is schade te voorkomen.
Ich habe nicht die Absicht, die Stadt zu verlassen.
Ik ben niet van plan de stad te verlaten.
Der Vorsitz betonte seine Absicht, einen substantiellen Bericht vorzulegen.
Het voorzitterschap legde de nadruk op zijn voornemen een verslag met een gedegen inhoud in te dienen.
Die Psychiatrie?- Ihr Unfall war Absicht.
Psychiatrie?- Haar botsing was expres.
Sie haben sich mit Absicht erwischen lassen!
Hebt u zich met opzet laten oppakken?
Das war nicht unsere Absicht.
Dat was niet onze bedoeling.
Es ist Doktor Lands Absicht ihnen zu helfen Ann.
Dokter Land wil je helpen, Ann.
Das ist Absicht, Joe.
Dat is opzettelijk, Joe.
Mir gefällt Ihre Absicht.
Je intentie bevalt me.
Das ist unsere Absicht und unser Versprechen.
Dit is ons plan en onze belofte.
Die Kommission wiederholte ihre Absicht in einem Schreiben vom 27. Oktober 1999.
De Commissie herhaalde haar voornemen in een brief van 27 oktober 1999.
Uitslagen: 4559, Tijd: 0.059

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands