IMMER DA - vertaling in Nederlands

er altijd
immer da
immer
stets darauf
ständig da
ständig hier
schon immer hier
daar altijd
immer da
dort immer
dort ständig
da generell
dauernd da
er ook
auch
außerdem
darüber hinaus
zudem
auch immer da
immer es
es ebenfalls
noch
ferner
altijd hier
immer hier
immer da
ständig hier
andauernd hier
altijd aanwezig
immer vorhanden
immer präsent
immer da
immer anwesend
allgegenwärtig
immer gegenwärtig
stets gegenwärtig
stets präsent
daar ook
auch dort
auch da
auch hier
dort ebenfalls
immer da
auch dorthin
darüber hinaus
auch drinnen
wohl auch
altijd thuis
immer da
immer zu hause
immer zuhause
immer heim
immer hier
ewige heimat
altijd in de buurt
immer in der nähe
immer da
immer hier
steeds hier
immer hier
immer da
ständig hier
noch hier
er al
schon da
schon hier
schon dort
es bereits
doch schon
bald da
es seit
gibt es schon
schon eingetroffen
schon angekommen

Voorbeelden van het gebruik van Immer da in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Was immer da drin war, ist jetzt irgendwo hier draußen.
Wat er ook inzat is nu ergens anders.
Er geht immer da rein.
Hij is altijd hier binnen.
Da Sie nicht immer da sind, wollte ich mich auch selbst bedanken.
Omdat u niet altijd thuis bent, wilde ik u zelf bedanken.
Der körperliche Missbrauch ist immer da und kann einem Täter zur Verfügung stehen.
Het fysieke misbruik is altijd aanwezig en is beschikbaar voor een dader.
Er ist immer da und sieht hier rein.
Hij staat daar altijd naar binnen te gluren.
Meine Musik war immer da für mich.
Was mijn muziek er altijd voor me.
Er scheint irgendwie immer da zu sein, wenn ich jemanden brauche.
Hij is wel altijd in de buurt als ik iemand nodig heb.
Wer immer da ist, Waffe rauskicken.
Wie daar ook is, schop je wapen om.
Und ich werde immer da sein.
Ik zal er ook zijn.
Scheußlich. Ist er immer da?
Is hij altijd thuis? Walgelijk?
Er ist bloß immer da, er denkt, er gehört zur Familie oder sowas.
Hij is altijd hier, alsof hij denkt dat hij bij de familie hoort.-Bevriend genoeg.
Aber ich war immer da, Lalo.
Maar ik was er altijd, Lalo.
Ein Hausmeister. Immer da, aber man sieht Ihn nie wirklich.
Altijd aanwezig, maar je zag hem niet echt. Een schoonmaker.
Er ist immer da und schaut hier rein.
Hij staat daar altijd naar binnen te gluren.
Die Kuppel ist noch immer da.
Koepel is nog steeds hier.
Die Nase war immer da, was gibt es da stolz zu sein?
Die neus is er al. Wat is er om trots op te zijn?
Mama wird nicht immer da sein.
Mamma zal niet altijd in de buurt zijn.
Wer immer da oben ist, ich hab die Polizei gerufen. Hallo?
Hallo? Wie daar ook is: ik heb de politie gebeld?
Wer immer da drin ist, kommen Sie raus.
Wie er ook in zit, kom naar buiten.
Ich werde immer da sein.
Ik zal altijd hier zijn.
Uitslagen: 745, Tijd: 0.0596

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands