Voorbeelden van het gebruik van Daar in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Daar gaan we heen.
Het is daar toch veilig?
Daar, langs het middenrif.
Iets redt daar mensen.
Daar is ze.-Chicken Korma.
Ik hoop dat de geesten daar klein zijn, maar niet kleingeestig.
Daar vallen we hen aan.
Mijn auto staat toch daar in de garage.- Nee.
Beth? Daar ligt de weg,
Wat zit daar in? Nee.
M'n kinderen zitten daar.
Daar kunnen we nu niet heen.
Nee. Daar staat de prullenbak.
Er was daar een man. Wat?
Daar komen ze… neem je plaatsen in.
U kunt daar niet teruggaan, mr Moon.
Kijk u 'ns, is daar niemand? Niet bewegen!
Jullie kinderen zijn daar.
Daar is mijn baby, Jevon.
Ze hebben daar difterie,?