Voorbeelden van het gebruik van Ist endlich in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Er ist endlich gesund.
Hij is eindelijk gezond.Es ist endlich mein Jahr.
Het is eindelijk mijn jaar.Er ist endlich in San Domingo angekommen.
Hij is eindelijk in San Domingo aangekomen.Unser Sohn ist endlich zu Hause.
Onze zoon is eindelijk thuis.Apropos Wochenende: Der große Moment ist endlich gekommen.
Over het weekend gesproken, het grote moment is eindelijk aangebroken.Alice Stantons Kleid ist endlich aufgetaucht.
De jurk van Alice Stanton is eindelijk opgedoken.Ja, er ist endlich aufgewacht.
Ja, hij is eindelijk wakker.Und dieser Tag ist endlich gekommen.
En die dag is eindelijk aangebroken.Schön. meine Mutter ist endlich gestorben.
Leuk. Mijn moeder is eindelijk gestorven.Nein. Unser Hund ist endlich stubenrein.
Nee, onze hond is eindelijk zindelijk.Mein Goldschatz ist endlich da.
Dad ist endlich in guter Stimmung.
Er ist endlich ein Individuum, ein Mensch.
Eindelijk is hij 'n individu, 'n mens.Er ist endlich fertig.
Eindelijk is hij klaar.Mein Leben ist endlich perfekt und das wird sich nie mehr ändern.
Eindelijk is mijn leven perfect, En dat gaat nooit meer veranderen.Man ist endlich dankbar, dass das Gedächtnis nachlässt.
En je bent eindelijk blij met 'n slecht geheugen.Hier ist endlich Ihre Rede.
Eindelijk is hier uw toespraak.Der Sommer ist endlich da und für vie….
Eindelijk is het zomer en voor….Es ist endlich passiert.
Eindelijk is het zover.Er ist endlich aus seinem Loch gekrochen.
Eindelijk is hij uit 
