Voorbeelden van het gebruik van Is maar in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Programming
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
Eén stuk pizza is maar 400 calorieën.
Hij is maar 'n kind.
Hij is maar een mythe.-Revengor?
Giulia. Ze is maar een paar jaar ouder dan ik.
Als het moreel goed is maar niet moreel verplicht.
Het bestand is maar gedeeltelijk geupload.
Het is maar twee cent.
Timmy is maar zes maanden.
Het water is maar zes graden.
Hij is maar een jongen.- Alsjeblieft.
Hij is maar klein.
Martin, het is maar een etentje.
Het is maar een kont.
Ik weet dat het moeilijk is maar je moet het proberen.
Die naam is maar één keer vermeld.
Het is maar voor 75 miljoen.
Hij is maar 13.
Jouw naam is maar vier letters.
Hij is maar een baby.