IST DOCH - vertaling in Nederlands

• is toch
• is wel
• is maar
• is gewoon
• is echt
• is zo
• is dat niet
• is immers
• is al
• is nog
• is vast
• zit toch
• is ook
• is tenslotte
• is best
• is echter
• ligt toch
• is juist
• is verdomme
• is zeker
• is eigenlijk
• is helemaal
• is allemaal

Voorbeelden van het gebruik van Ist doch in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Ist doch witzig,?
Is dat niet grappig?

Das ist doch lächerlich.
Dat is gewoon belachelijk.

Das ist doch kein Problem.
Het is echt geen probleem.

Aber er ist doch mein Sohn!
Het is wel mijn zoon,!

Er ist doch ein Schmalhemd.
Hij is maar klein.

Das ist doch ein Kompliment?
Maar dat is toch een compliment?

Der Medizinmann ist doch weg.
De mens is al weg.

Eine solche Summe ist doch schon fast für den Wahlkampf
Dat bedrag is immers al, als gift,

Das ist doch verrückt.
Dat is zo gek.

Ist doch langweilig, immer nur dieselben Tussis?
Is dat niet saai, steeds dezelfde meiden?

Das ist doch dumm, Richard.
Dat is gewoon stom, Richard.

Das ist doch Scheiße.
Dit is echt klote.

Aber es ist doch Ihr Haus.
Het is wel uw huis.

Er ist doch ein Kind!
Hij is maar een kind!

Das ist doch eine Titelgeschichte, oder?!
Dit is toch een omslagverhaal?

Der Typ ist doch tot.
Die vent is al dood.

Aber das ist doch nicht Morgen!
Het is nog geen ochtend!

Nee. Ist doch meine"success strategy": immer den schwierigen Weg gehen.
Dat is immers mijn successtrategie: altijd de moeilijke weg kiezen.- Nee.

Ist doch immer so,?
Is dat niet altijd zo?

Es ist doch offensichtlich alles gut.
Het is zo natuurlijk allemaal goed.