Voorbeelden van het gebruik van Jesus in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Jesus und Aaron fanden dich.- In Hilltop.
Byron dachte wohl, Jesus hat nichts dagegen.
Jesus, ist das Ding grob!
Wenn Jesus zurück ist, sehe ich,
Als Jesus terug is,Lass mich in den Himmel, Jesus.
Laat me in de hemel, Jezus.Oder Jesus, oder Engel, oder Teufel.
Of Christus of engelen of duivels.Dieser neue Prophet, Jesus, spricht wie Johannes der Täufer.
Deze nieuwe profeet, Jesus, hij praat als Johannes de Doper.Ruft Jesus an!
Bel voor Jezus.Jesus ist hier.
Christus is hier.Warum hat Jesus nicht angerufen?
En waarom heeft Jesus niet gebeld?Du und deine versaute Schwester brauchen Jesus.
Jij en die smerige zus van je, hebben Jezus nodig.Weil Ihr Volk Jesus umgebracht hat?
Omdat jouw volk Christus vermoord heeft?Hallo, die Damen. Willkommen bei Miss Magic Jesus.
Hallo, dames. Welkom bij Miss Magic Jesus.Rettung… Üder Jesus Christus, den Herren.
De verlossing. Door de Heer Jezus Christus.Jesus hat uns mit Talent gesegnet.
Christus heeft ons gezegend met talent.Jesus Berkowitz? Pinky Gonzales?
Pinky Gonzales? Jesus Berkowitz?Wurde ans Kreuz genagelt.- Jesus Christus.
Hij werd aan het kruis genageld. Jezus Christus.Faschisten, Kommunisten, Sieg und Jesus ist unser Herr.
En Christus is onze meester. Fascist, communist, overwinning.Was haben wir hier? Jesus.
Wat hebben we hier? Jesus.Was ist los mit dir?- Jesus Christus!
Wat is er met jou aan de hand?- Jezus Christus!
