KOMM - vertaling in Nederlands

kom
kommen
werden
stammen
wollen
gelangen
treten
hier
holen
treffen
auftauchen
ga
gehen
werden
fahren
wollen
machen
kommen
laufen
fliegen
jetzt
verschwinden
kom op
komm
los
auf geht's
schon
komaan
los
kommen
komm schon
mach schon
vooruit
los
vorwärts
nach vorn
nach vorne
weiter
schon
vorankommen
geradeaus
komm
im voraus
ben
sind
wurden
haben
geben
stehen
komen
kommen
werden
stammen
wollen
gelangen
treten
hier
holen
treffen
auftauchen
komt
kommen
werden
stammen
wollen
gelangen
treten
hier
holen
treffen
auftauchen
gaan
gehen
werden
fahren
wollen
machen
kommen
laufen
fliegen
jetzt
verschwinden
kwam
kommen
werden
stammen
wollen
gelangen
treten
hier
holen
treffen
auftauchen
gaat
gehen
werden
fahren
wollen
machen
kommen
laufen
fliegen
jetzt
verschwinden

Voorbeelden van het gebruik van Komm in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Komm von Onkel Jeff runter.
Ga van oom Jeff af.
Komm mit! Komm mit uns!
Komaan, kom met me mee!
Komm mit in die Cafeteria.
Kom mee naar de cafetaria.
Komm, Doug! Wendy, warte.
Wendy, wacht.- Kom op, Doug.
Meine Familie komm aus Ouésso in Sangha, Kongo.
M'n familie komt uit het district Ouésso, in Sangha, Kongo.
Komm nicht zu spät zur Hochzeit.
Niet te laat komen voor het huwelijk.
Jetzt komm ich zu spät.
Nu ben ik te laat.
Ja, genau. Linford, komm raus da!
Linford. Ga weg daar!
Wir wollen Charles!- Komm, Charley!
Komaan, Charlie! Wij willen Charles!
Komm, trinken wir was!
Kom, iets drinken!
Zoe, komm, wir müssen los!
Zoë! Vooruit, we moeten gaan!
Aber du siehst dämlich aus. Komm.
Maar je lijkt wel een idioot. Kom op.
Felix, komm wieder zurück. Nein!
Felix komt terug. Nee!
Komm, wir suchen deinen Vater.
We gaan je vader zoeken.
Komm, Willi. Wir kommen zu spät zur Schule.
We komen te laat op school. Kom mee, Willi.
Ich komm gleich wieder zurück.
Ik ben zo weer terug.
Komm mit mir heim. Bitte.
Kom naar huis, naar mij.
Komm, ich weiß, dass du es willst.
Komaan, je weet dat je wilt.
Komm zurück in dein Zimmer! Ihr beide!
Achteruit. Ga terug naar jullie kamer!
Iss. Komm, iss deine Eier.
Eet. Vooruit, eet je eieren op.
Uitslagen: 57301, Tijd: 0.0981

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands