Voorbeelden van het gebruik van Langsamer in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Etwas langsamer, bitte.
Beetje trager alsjeblieft.Ok, langsamer, wie mache ich das?
Ich dachte, er würde langsamer werden.
Und dann gar nicht mehr. Dann langsamer.
En toen helemaal niet meer. Daarna langzamer.Gottes Weise, zu sagen:'Langsamer'.
God zegt: Kalm aan.Bitte, lass uns langsamer fahren!
Kunnen we alsjeblieft rustig aan doen?Noch langsamer und sie wäre die Post.
Nog slomer en ze is de Amerikaanse post.Du bist langsamer, Bruder.
Je bent trager, broer.Kannst du das langsamer und vergrößert abspielen?
Kun je dat vertragen en het beeld vergroten?Könnten Sie etwas langsamer sprechen?
Kunt u wat langzamer praten?Buddy! -Wie macht er das? Langsamer!
Buddy.- Hoe doet hij dat? Afremmen.Lauter und langsamer reden wird dir auch nicht viel nützen.
Ich muss langsamer machen, und ich brauche etwas Zeit.
Ik moet rustig aan doen en ik heb slaap nodig.Du bist langsamer als sonst.
Je bent trager dan anders.Sie macht uns langsamer.
Ze zal ons vertragen.Ich glaube, für mich vergeht sie langsamer.
Ik denk dat het voor mij wat langzamer gaat.Plötzlich fühle ich mich langsamer.
Ik voel me opeens slomer.Ich bekomme einen Anruf! Langsamer!
Ik heb een oproep. Afremmen.Dein langsamer Puls, mein gutes Gehör.
Langsamer Wurf. Oder?
Langzaam toch?
