LEBST - vertaling in Nederlands

• leeft
• woont
• samenwoont
• leef
• leven
• woon
• leefde
• woonde
• wonen

Voorbeelden van het gebruik van Lebst in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Wenn du mit einem Bullen lebst… Was?
Als je met een smeris samenwoont.

In welcher Welt lebst du, Dominique?
In welke wereld leef je, Dominique?

Genau wie ich lebst du in Kreuzberg.
Net als ik woon je in Kreuzberg.

Du lebst hier, seit du ein Kind warst.
Je woonde hier als kind al.

Wie lebst du mit der Mutter aller Geheimnisse?
Hoe kun je leven met een Moeder Aller Geheimen?

Ich wusste nicht, ob du noch lebst, oder zurückkommst.
Ik wist niet of je nog leefde, of dat je terug ging komen.

Du lebst in Köln, arbeitest in Bonn.
Je woont in Keulen, werkt in Bonn.

Du lebst immer noch in einer Fantasiewelt.
Je leeft nog in een fantasiewereld.

Wenn du mit einem Bullen lebst… Was?
Als je met een smeris samenwoont… Wat?

Warum lebst du eigentlich nicht mit Mami zusammen, Vati?
Waarom wonen jij en mama niet meer samen, papa?

ERIC Lebst du noch?
ERIC Leef je nog?

Und du lebst hier?
En woon je hier?

Vielleicht lebst du im Ausland.
Of woonde je in het buitenland.

Du lebst einfach.
Je leefde eenvoudig.

Du lebst nicht.
Jullie leven niet.

Du bist nicht verheiratet, lebst in Köln, arbeitest in Bonn.
Je woont in Keulen, werkt in Bonn. Je bent niet getrouwd.

Du lebst in einem Loch.
Je leeft in een gat.

Lebst du mit ihm zusammen?
Wonen jullie samen?

Warum lebst du hier?
Waarom leef je hier?

Wo lebst du, Martin?
Waar woon jij, Martin?