RIEFEN - vertaling in Nederlands

belde
anrufen
telefonieren
verständigen
kontaktieren
zurückrufen
benachrichtigen
melden
telefon
blasen
glocken
riepen
rufen
fordern
schreien
holen
appellieren
sagen
schaffen
beschwören
brüllen
evozieren
schreeuwden
schreien
rufen
brüllen
laut
die schreie
kreischen
schimpfen
groeven
nut
rille
groove
grub
schlitz
furche
buddelte
einkerbung
nute
spoorden
belden
anrufen
telefonieren
verständigen
kontaktieren
zurückrufen
benachrichtigen
melden
telefon
blasen
glocken
riep
rufen
fordern
schreien
holen
appellieren
sagen
schaffen
beschwören
brüllen
evozieren
bellen
anrufen
telefonieren
verständigen
kontaktieren
zurückrufen
benachrichtigen
melden
telefon
blasen
glocken
roepen
rufen
fordern
schreien
holen
appellieren
sagen
schaffen
beschwören
brüllen
evozieren
gebeld
anrufen
telefonieren
verständigen
kontaktieren
zurückrufen
benachrichtigen
melden
telefon
blasen
glocken
schreeuwen
schreien
rufen
brüllen
laut
die schreie
kreischen
schimpfen
schreeuwde
schreien
rufen
brüllen
laut
die schreie
kreischen
schimpfen
geroepen
rufen
fordern
schreien
holen
appellieren
sagen
schaffen
beschwören
brüllen
evozieren

Voorbeelden van het gebruik van Riefen in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Wir riefen, er zog seine Waffe, wir schossen.
Wij riepen, hij trok een wapen, wij schoten.
Sie riefen ihre Frau an.
En u belde naar uw vrouw.
Wir riefen policía.
We bellen de politie.
Sie riefen für Monate, bis sie vereinbart….
Ze riep voor maanden totdat ze overeengekomen om….
Also riefen wir alte Freunde an. Keine Garantie.
Geen garanties. Dus belden we wat oude vrienden.
Sie riefen die Küstenwache, und die brachte uns weg.
Ze riepen de kustwacht op en die nam ons mee.
Warum riefen Sie nicht die Polizei?
Waarom belde je de politie niet?
Sie riefen meinen Namen.
Ze roepen mijn naam.
Um 15:15 Uhr riefen Sie ihn in das Büro mit dem Safe und ermordeten ihn.
Om kwart over drie riep u hem en vermoordde hem.
Wir riefen den Chef von Coca-Cola an.
We belden de baas van Coca-Cola.
Riefen sie mich an, um mich zu informieren?
Bellen ze me met informatie?
Sie riefen meinen Namen.
Ze riepen mijn naam.
Sie riefen nicht die Polizei.
Jij belde de politie niet.
Und sie riefen:"Malik! Laß deinen HERRN uns vernichten!
En zij roepen:"O Malik, laat jouw Heer een einde aan ons maken!
Frank, du hattest dienstfrei, wir riefen dich sofort.
Frank, we hebben je gebeld toen je weer dienst had.
Manchmal riefen wir sie alle zehn Minuten an oder sie uns.
Soms bellen we hen elke tien minuten of ze bellen ons.
Die Idioten riefen nur an oder schickten Briefe.
Vroeger belden die klootzakken alleen maar of stuurden brieven.
Sie riefen einen Mann herbei, der schon lange tot war.
Je riep een dode man op en liet hem voor me verschijnen.
Deshalb riefen Sie ihn an?
Daarom belde je hem?
Sie riefen uns um Hilfe, damit wir die Verwundeten rausschaffen.
Ze riepen ons op om de gewonden op te halen.
Uitslagen: 649, Tijd: 0.0384

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands