SCHAFFST - vertaling in Nederlands

• kunt
• lukt
• doet
• haalt
• redt
• komt
• krijg
• maakt
• wel
• aankan
• aankunt
• creëert
• breng

Voorbeelden van het gebruik van Schaffst in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Du schaffst es nicht bis da hin.
Je komt er niet.

Du schaffst es nicht mal bis zur Lobby, Job.
Je redt het niet naar de lobby… Job.

Du schaffst es.
Jij doet het.

Du schaffst es nicht.
Je haalt het niet.

Du schaffst es. -Ja, Morty.
Ja, het lukt je, Morty.

Schatz. Du schaffst das. Steen, ich weiß nicht, ob ich….
Je kunt het. Lieverd. Steen, ik weet niet of ik….

Wie schaffst du das?
Hoe krijg je dat voor elkaar?

So viel Besuch? Schaffst du das?
Kun je wel zoveel visite hebben?

Malcolm, schaffst du zwei Augen, benennen wir diesen Ort um.
Malcolm, jij maakt slangenogen en we veranderen de naam van deze plek.

Das schaffst du nie.
Dat redt je nooit.

Zum Abendessen schaffst du es wohl nicht.
Je komt vast niet thuis eten.

Schaffst du das ohne mich?
En je doet dat zonder mij?

Heute schaffst du es nicht mehr.
Je haalt het vandaag sowieso niet meer.

Das schaffst du nie. Ja.
Dat lukt je nooit.-Ja.

Leg dich auf den Rücken, du schaffst das.
Op je rug, op je rug, je kunt het.

Wie schaffst du es, dass sie so cremig ist?
Hoe krijg je dat zo romig?

Wenn du es in den Orbit schaffst, treffen wir uns.
Zorg dat je in 'n baan komt, dan zien we elkaar snel.

Du schaffst das nicht allein.
Je redt het niet alleen.

Du schaffst es, Marvin!
Je doet het, Marvin!

Du schaffst das, Michael Oher.
Je leert het wel, Michael Oher.