SCHENKT - vertaling in Nederlands

geeft
geben
schenken
bieten
verleihen
zeigen
liefern
machen
bringen
lassen
haben
schenkt
geben
spenden
gewähren
gießen
achten
verleihen
widmen
bescheren
entgegenbringen
stiften
krijg
bekommen
erhalten
kriegen
haben
werden
bringen
geben
gewinnen
holen
können
koopt
kaufen
erwerben
besorgen
schenken
den kauf
besteedt
verbringen
ausgeben
schenken
aufwenden
widmen
verwenden
achten
investieren
einsetzen
zahlen
cadeau
geschenk
geburtstagsgeschenk
schenken
hochzeitsgeschenk
geef
geben
schenken
bieten
verleihen
zeigen
liefern
machen
bringen
lassen
haben
geven
geben
schenken
bieten
verleihen
zeigen
liefern
machen
bringen
lassen
haben
gaf
geben
schenken
bieten
verleihen
zeigen
liefern
machen
bringen
lassen
haben
krijgt
bekommen
erhalten
kriegen
haben
werden
bringen
geben
gewinnen
holen
können
koop
kaufen
erwerben
besorgen
schenken
den kauf
krijgen
bekommen
erhalten
kriegen
haben
werden
bringen
geben
gewinnen
holen
können
schenken
geben
spenden
gewähren
gießen
achten
verleihen
widmen
bescheren
entgegenbringen
stiften
besteden
verbringen
ausgeben
schenken
aufwenden
widmen
verwenden
achten
investieren
einsetzen
zahlen
schenk
geben
spenden
gewähren
gießen
achten
verleihen
widmen
bescheren
entgegenbringen
stiften

Voorbeelden van het gebruik van Schenkt in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ja. Warum schenkt er dir eine Uhr?
Ja. Waarom geeft hij je een horloge?
Nein, er schenkt es mir wirklich. Er hat einen Plan.
Nee, hij koopt hem echt, hij heeft een plan.
Der Amerikanische Präsident schenkt dem Sultan etwas. Unserem Sultan.
De Amerikaanse president stuurt de sultan een cadeau.
so etwas, damit niemand dem Aufmerksamkeit schenkt.
niemand er verder aandacht aan besteedt.
Das Medaillon schenkt nicht nur Leben, es nimmt es auch.
De medaille kan niet alleen leven geven het kan ook het leven van je afpakken.
Schenkt mir haufenweise Geschenke Sofort, sofort, sofort.
Geef me heel veel cadeautjes nu, nu, nu.
Tja, wenigstens schenkt mir jemand Aufmerksamkeit.
Ik krijg dan toch aandacht.
Die göttliche Fügung schenkt uns nun schöne Gewissheit.
De Voorzienigheid schenkt ons een lichtende zekerheid.
Heute schenkt Gott uns Damaskus!
Vandaag geeft God ons Damascus!
die das Tier seinem Kalb schenkt.
die het dier aan haar kalf besteedt.
Ich gebe zu, ich hatte keine Ahnung, was man einem Teenager schenkt.
Ik had geen idee wat je voor een tienermeisje koopt.
Geschenk? Ihr schenkt mir was?
Wat dan? Hebben jullie 'n cadeau voor me?
Ihr schenkt es ihnen, damit sie es später mit Zinsen zurückzahlen.
Jullie geven het en ze betalen later met rente terug.
Schenkt ihr einen Applaus.
Geef haar een applaus.
Warum schenkt meine Mum uns Teddys?
Waarom gaf mijn moeder ons een teddybeer?
Er schenkt mir Gänseblümchen und Rosen.
Hij schenkt me madeliefjes en rozen.
Schenkt man das nach nach zwei Wochen Ehe?
Krijg je dat na twee weken huwelijk?
Schenkt mir Gott eine Krone.
Geeft God me een kroon.
Einer, der ihr nicht mal Blumen schenkt.
Zo iemand die niet eens bloemen voor haar koopt.
Komm runter und schau, was deine Mutter dir Schönes schenkt!
Kom kijken naar 't mooie cadeau van je moeder!
Uitslagen: 749, Tijd: 0.0743

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands