CRASH - vertaling in Nederlands

[kræʃ]
[kræʃ]
ongeluk
accident
crash
mistake
misfortune
bad luck
incident
unhappiness
mishap
wreck
neerstorten
crash
go down
fall
plane
in the downing
ongeval
accident
crash
incident
casualty
slapen
sleep
bed
crash
botsing
collision
clash
impact
crash
conflict
run-in
colliding
valpartij
crash
fall
drop
vastlopen
crash
jam
freeze
hang
get stuck
get bogged down
stalling
stranding
run aground
pitten
crash
sleep
seeds
pips
kernels
pits
burners
stones
nuts
hob
knal

Voorbeelden van het gebruik van Crash in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
There was a crash in the city Uh-huh.
Er was een botsing in de stad.
She said you can't crash there anymore.
Ze zei dat je daar niet meer kunt slapen.
Okay, don't let the plane crash.
Oké. Laat het vliegtuig niet neerstorten.
This lady lost her husband in a car crash.
Ze verloor haar man in een auto ongeval.
Crash Davis? I'm Joe Riggins?
Ik ben Joe Riggins. Crash Davis?
I should have died in that crash.
Ik had moeten sterven in dat ongeluk.
Crash on Solaris while trying to copy a file( 2906).
Neerstorting op Solaris tijdens het proberen een bestand te kopiëren( 2906).
Non-Specific Crash when opening
Niet-specifiek vastlopen tijdens bij het openen van Ai
Due to a crash, a number of favorites were already running a little behind.
Door een valpartij liepen een aantal favorieten al een kleine achterstand op.
There's been a crash with a police car.
Er was een botsing met een politieauto.
Joe broke the rules and let me crash with him.
Joe brak de regels en liet me bij hem slapen.
You said, Pray we crash.
Je zei: Bid dat we neerstorten.
Sterling was killed in a car crash.
Sterling werd gedood in een auto ongeval.
He died in some sort of explosion or crash.
Hij stierf door een soort van explosie of crash.
My brother died in a car crash.
Mijn broer stierf bij een auto ongeluk.
Extremely versatile, strong crash with powerful presence.
Zeer veelzijdige neerstorting met krachtige aanwezigheid.
The DirectShow might crash if it is registered with a third party.
De DirectShow kan vastlopen als deze is geregistreerd bij een derde partij.
Might as well crash, not really anything else to do.
Kan net zo goed pitten, niet echt iets anders te doen.
The crash wasn't an accident.
De botsing was geen ongeluk.
For me, it was a strange Tour with the crash in Brussels.
Voor mij was het een rare Tour met die valpartij in Brussel.
Uitslagen: 8287, Tijd: 0.0806

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands