PREACH - vertaling in Nederlands

[priːtʃ]
[priːtʃ]
prediken
preach
preken
preach
sermons
lectures
speeches
homilies
preachings
preach
verkondigen
proclaim
declare
preach
announce
tell
say
shew
the news
predikt
preach
predik
preach
preekt
preach
sermons
lectures
speeches
homilies
preachings
preek
preach
sermons
lectures
speeches
homilies
preachings
verkondigt
proclaim
declare
preach
announce
tell
say
shew
the news
verkondig
proclaim
declare
preach
announce
tell
say
shew
the news
predikte
preach
verkondigden
proclaim
declare
preach
announce
tell
say
shew
the news

Voorbeelden van het gebruik van Preach in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
We want some generation who can preach Kṛṣṇa consciousness.
We willen een generatie die Krishna-bewustzijn kan prediken.
I'm not gonna preach much today.- Amen.
Amen. Ik zal niet veel preken.
I preach against Rome.
Ik preek tegen Rome.
If I yet preach circumcision, why am I yet persecuted?
Indien ik nog de besnijdenis predik, waarom word ik nog vervolgd?
You preach to the choir, Tony.
Je preekt tot het koor, Tony.
What you preach is nothing more than a perversion.
Wat jij predikt is niets meer dan… verdorvenheid.
Preach, you're with me.
Preach, jij gaat met mij mee.
As pope, I cannot preach error no matter what folly I may commit.
Als paus kan ik geen dwaling verkondigen welke dwaasheid ik ook bega.
I have heard you preach.
Ik heb je horen prediken.
And it was wonderful hearing you preach again.
Prachtig om je weer te horen preken.
I preach against the sale of indulgences!
Ik preek tegen de verkoop van aflaten!
What kind of people preach blindness as a virtue?
Welk volk verkondigt blindheid als deugd?
The more you preach hellfire and brimstone, the more riled up people get.
Hoe meer Hel en verdoemenis je preekt, hoe meer de mensen opgejut raken.
You preach psychological babble that can not save anyones soul.
Jij predikt psychologische babbel die niemands ziel kan redden.
And deliver, preach, that people understand what is Kṛṣṇa.
En verlos, predik, zodat mensen begrijpen wie Krishna is.
Preach, middle guy's all yours.
Preach, de middelste is voor jou.
In this way you help preach the gospel, without being preacher.
Op deze manier helpt u het evangelie verkondigen, zonder zelf predikant te zijn.
You used to think you couldn't preach.
Je dacht vroeger dat je niet kon prediken.
You can preach to me, if you want to.
Je kunt tegen mij preken als je wilt.
I preach against the display and pomp of the lords of the Church!
Ik preek tegen het vertoon en praal, van de Heren van de Kerk!
Uitslagen: 1263, Tijd: 0.0449

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands