REJOICING - vertaling in Nederlands

[ri'dʒoisiŋ]
[ri'dʒoisiŋ]
vreugde
joy
delight
happiness
pleasure
rejoicing
gladness
enjoyment
jubilation
blij
glad
happy
lucky
grateful
welcome
thankful
pleased
delighted
thrilled
excited
blijdschap
joy
happiness
gladness
pleasure
delight
rejoicing
happy
mirth
exhilaration
joyfulness
zich verheugen
rejoice
look forward
delight
exult
welcome
are pleased
verheuging
rejoicing
joy
gladness
delight
verblijdende
rejoice
delight
gladden
glad
joy
regaling
happy
verblijd zijnde
be glad
rejoice
be gladdened
be joyful
zich verlustigende
delight himself
verheugd
pleased
delighted
welcomes
happy
excited
glad
rejoiced
gratified
been looking forward
joyful
zich verheugend
rejoice
look forward
delight
exult
welcome
are pleased
verblijd
rejoice
delight
gladden
glad
joy
regaling
happy
blijde
glad
happy
lucky
grateful
welcome
thankful
pleased
delighted
thrilled
excited
verheugt zich
rejoice
look forward
delight
exult
welcome
are pleased

Voorbeelden van het gebruik van Rejoicing in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
The precepts of Jehovah are right, rejoicing the heart;
De bevelen des HEEREN zijn recht, verblijdende het hart;
And the people of the town came rejoicing.
En de mensen der stad kwamen verheugd.
laughing and rejoicing.
lachend en zich verheugend.
It is a feast of rejoicing and gratefulness to God.
Het is een feest van blijdschap en dankbaarheid aan G'd.
It is a day of great festivity and rejoicing.
Het is een dag van grote feest en vreugde.
The sound of rejoicing has quieted.
Het geluid van verheuging heeft bedaren.
And will return rejoicing to his family.
En hij zal blij naar zijn familie terugkeren.
The statutes of Jehovah are right, rejoicing the heart;
De bevelen des HEEREN zijn recht, verblijdende het hart;
I am rejoicing!
Ik ben verheugd!
The angels will be rejoicing as the saints gather together bowing before God.
De engelen zullen verblijd zijn wanneer de heiligen samen voor God neerbuigen.
laughing and rejoicing.
lachend en zich verheugend.
And there was great rejoicing in that city.
En er kwam grote blijdschap in die stad.
Cool Caucasian pair having fun in their new apartment and rejoicing in slowmotion.
Cool Kaukasische paar met plezier in hun nieuwe appartement en vreugde in slowmotion.
For behold I create Jerusalem a rejoicing, end the people thereof joy.
Want ziet, Ik schep Jeruzalem een verheuging, en haar volk een vrolijkheid.
Some of you may be rejoicing thatMr. One king!
Misschien zijn sommigen van u blij dat Mr. Gandhi gevangen zit.- Een koning!
The statutes of the LORD are right, rejoicing the heart.
De bevelen des HEEREN zijn recht, verblijdende het hart;
yet always rejoicing;
doch altijd blijde;
Laughing, rejoicing.
Lachend, verblijd.
And there was very great rejoicing.
En er was zeer grote blijdschap.
It was a time for thanksgiving, rejoicing and reunion.
Het was een tijd voor Thanksgiving, vreugde en reünie.
Uitslagen: 363, Tijd: 0.0671

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands