SERVITEUR - vertaling in Nederlands

dienaar
serviteur
servante
ministre
domestique
son adorateur
saïs
knecht
serviteur
valet
domestique
esclave
laquais
asservit
dienstknecht
serviteur
esclave
bediende
employé
serviteur
domestique
valet
servante
exploité
de l'employé
commis
a servi
desservies
slaaf
esclave
serviteur
esclavage
slave
asservi
dienares
servante
serviteur
servant
serviteur
gunsteling
favori
serviteur
intime
dienaren
serviteur
servante
ministre
domestique
son adorateur
saïs
knechts
serviteur
valet
domestique
esclave
laquais
asservit

Voorbeelden van het gebruik van Serviteur in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Scoffs Je ne suis pas ton serviteur!
Ik ben niet je bediende.
C'était un serviteur du diable.
Hij was in dienst van de duivel.
Comment pouvez-vous simplement- parce qu'Il est notre serviteur ou quoi?
Hoe kan je gewoon- is hij soms onze bediende, of wat?
Dr John Watson, votre serviteur, et M. Sherlock Holmes.
John Watson, tot uw dienst. En dit is de heer Sherlock Holmes.
Tu es son serviteur?
Ben jij zijn bediende?
Serviteur, Madame.
Uw dienaar, mevrouw.
Je suis désolé à propos de votre serviteur.
Sorry, van je bediende.
Je serai votre serviteur, Votre Epouvante.
Ik zal u dienen, uwe spookachtige excellentie.
Votre serviteur, madame.
Tot u dienst, mevrouw.
Le Christ s'est fait le serviteur de tous, il n'humilie personne.
Christus maakte zich tot dienaar van allen; Hij veracht niemand.
Serviteur d'une économie de la production et des besoins humains.
Een dienaar voor de productieve economieen voor menselijke behoeften.
Je suis votre serviteur.
Ik sta nederig tot uw dienst.
La boisson, pas le concept de serviteur.
Het drankje, niet het concept van de butler.
Vous avez été un bon et loyal serviteur de La Main.
Je hebt de Hand goed en trouw gediend.
Adams, votre employé, et son serviteur.
Adams, je medewerker… en zijn butler.
Il ne pouvait pas rester dans le poste exalté d'être serviteur et le maitre.
Hij kon niet in de verheven positie van dienaar en gediende blijven.
Tu n'es rien qu'un serviteur!
Je bent maar een dienstjongen.
nous essayons de devenir serviteur.
proberen om dienaar te worden.
Acceptez Dieu, acceptez votre position en tant que serviteur de Dieu et de servir Dieu.
Accepteer God, accepteer je positie als Gods dienaar en dien God.
Le nom du serviteur était Malchus.
En de naam van den dienstknecht was Malchus.
Uitslagen: 1442, Tijd: 0.3363

Top woordenboek queries

Frans - Nederlands