Voorbeelden van het gebruik van Bekeuring in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Montero gaat geen bekeuring riskeren.
Dan moet ik u een bekeuring geven.
Met ons krijg je geen bekeuring.
Die bekeuring moest je alleen bang maken.
Als ik deze bekeuring krijg, ben ik de pineut.
Niet eens een bekeuring. Strafblad?
Bekeuring van toen Manny
Dat is voor de bekeuring die ik vanmorgen kreeg!
Ze weigerden me een bekeuring te geven vanwege mijn huidskleur.
Ik geef u een bekeuring.
Nog een woord van jou en je krijgt een bekeuring.
Je krijgt je bekeuring.
Ziva kreeg een bekeuring.
Ik kan niet geloven dat jij geen bekeuring hebt gekregen.
Hij gaf me geen bekeuring.
Schiet op. Kom vlug hier of je krijgt een bekeuring.
We krijgen heus geen bekeuring.
Ik heb wat gespeeld met die auto van de bekeuring.
Ze pakken haar voor een bekeuring van 15 dollar.
krijg je 'n bekeuring.