Voorbeelden van het gebruik van Ben in de buurt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Adem rustig. Ik ben in de buurt als u me nodig hebt.
Ik ben in de buurt en wil je naar je werk brengen.
Ik ben in de buurt van B-47.
Ik was in de buurt en zei: Hé, ik ben in de buurt.
Als je mij nodig hebt, ik ben in de buurt.
Als je mij nodig hebt, ik ben in de buurt.
Ik ben in de buurt geweest. .
Ik ben in de buurt, maar niet te dichtbij.
Ik ben in de buurt opgegroeid.
Sorry dat ik aandring, maar ik ben in de buurt.
Je zei dat ik gerust eens mocht langskomen, en ik ben in de buurt.
Ik ben in de buurt.
Ik ben in de buurt.
Ik ben in de buurt.
Ja, ik ben in de buurt.
Ik ben in de buurt.
Ik ben in de buurt.
Ik ben in de buurt.
Ik ben in de buurt. Norsky?
Ik ben in de buurt.