Voorbeelden van het gebruik van Echt stom in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dat is echt stom.
Echt stom. Luister.
Echt stom.
Ik ben echt stom.
Het was echt stom.
Dit plan is echt stom.
Dat is pas echt stom.
Dit is echt stom.
een willekeurige engerd zou echt stom zijn.
Dat was echt stom.
Het was echt stom.
Jullie zijn echt stom, weten jullie dat?
Voel je wel eens echt stom?
Je bent echt stom.
Het is echt stom.
Echt stom dat je weggaat.
Echt stom. Vooruit.
Dat is echt stom.
Jij bent 's morgens echt stom.
Dat is echt stom. Nee.