Voorbeelden van het gebruik van Gerend in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Van mij. Je bent hier helemaal heen gerend.
Ze zijn daar naar binnen gerend.
Ze komt uit de keuken gerend om je te verwelkomen.
Hij is naar emotionele veiligheid gerend.
Nee! Ze is zonet naar de andere kamer gerend.
Ren! Ik heb gerend.
Ik ben vanaf daar… naar hier gerend.
Toen de politie naar buiten kwam, ben ik meteen naar boven gerend.
Ik ben naar haar toe gerend.
Hij is vast naar buiten gerend.
Ik ben hierheen gerend.
Ik heb niet zes keer in tien minuten gerend.
Ze is naar de andere kamer gerend.
Ik heb nog nooit in mijn leven zo hard gerend.
Dat is hoog. Ik ben hierheen gerend.
Ik heb een marathon gerend.
Nee, gerend.
Ik heb niet gerend.
Ze is het verdomde bos in gerend.
Ze zijn de bossen in gerend.