Voorbeelden van het gebruik van Gisteren zei in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Gisteren zei Juve: We zijn terug,
Gisteren zei je dat het te maken met cheerleader zijn.
Wat ik gisteren zei is waar.
Het was zoals je gisteren zei.
Van wat ik gisteren zei.
Het voelt alsof de helft van wat Yoko gisteren zei niet.
Over wat ik gisteren zei.
Ik meende alles wat ik gisteren zei.
Sorry wat ik gisteren zei.
Ik wil excuses aanbieden voor wat ik gisteren zei.
Vergeef me voor wat ik gisteren zei.
Gisteren zei hij dat ie gauw komt.
Gisteren zei Lisa dat ze van me houdt.
Gisteren zei Dan dat ik volwassen moest worden.
Gisteren zei de FBI dat Lazlo zelfmoord gepleegd heeft.
Dat meisje van gisteren zei dat Jeugdzorg was verhuisd.
Wat je gisteren zei, klopt.
Gisteren zei je dat je niet wou trouwen.
Gisteren zei u me dat ik de heer Suiker zou hebben gedood?
Niets wat je gisteren zei maakte mij van streek, trouwens, eerder het tegenover gestelde.