Voorbeelden van het gebruik van Iets gezegd in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Heb ik iets gezegd? Welterusten!
Je moet iets gezegd hebben.
Opie heeft nooit iets gezegd.
Dus hij heeft wel iets gezegd.
Met Bill. Had iets gezegd.
Nee, hij heeft nooit iets gezegd.
Ze moet iets gezegd hebben.
Hebben ze iets gezegd?
Heeft hij je iets gezegd?
Je moeder had iets gezegd.
Zuster. Hoofdwond. Heb ik iets gezegd?
Misschien heeft iemand iets gezegd.
Had een leerling niet iets gezegd?
Waarom heeft niemand iets gezegd?
Heb je haar iets gezegd?
Heb ik soms iets gezegd toen je het implantaat verwijderde?
Ik heb iets gezegd dat hem misschien heeft gekwetst.
Nee, volgens mij heeft niemand iets gezegd.
Nee, volgens mij heeft niemand iets gezegd.
Hij heeft nooit iets gezegd.