Voorbeelden van het gebruik van Iets verschuldigd in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik vind dat ik je iets verschuldigd ben.
We zijn die jongen iets verschuldigd.
Ik ben jou iets verschuldigd.
Ich bin Ihnen was schuldig.En waarom denk je dat je iets verschuldigd bent?
Und warum denkst du, dass ich dir welche schuldig bin?Bedankt.- Nu ben jij mij iets verschuldigd.
Danke.- Jetzt bist du mir was schuldig.Dankzij u is de officier me iets verschuldigd.
Dank Ihnen ist mir der Staatsanwalt was schuldig.Ik ben hem iets verschuldigd.
Ich war ihm einen schuldig.Je bent niemand iets verschuldigd.
Bist niemandem was schuldig.Ledereen doet alsof ik hem iets verschuldigd ben.
Jeder sieht mich an, als sei ich ihm was schuldig.Dan ben ik je iets verschuldigd.
Dann bin ich dir was schuldig.Ik was hem iets verschuldigd.
Das war ich ihm schuldig.We waren hen iets verschuldigd.
Das waren wir ihnen schuldig.Hij is je vast iets verschuldigd.
Jij bent mij iets verschuldigd.
Du bist mir was schuldig.Ik ben je iets verschuldigd.
Ich bin dir was schuldig.Je bent ze iets verschuldigd.
Sie sind ihnen was schuldig.Een eigenaar van een kraam in Streatham was me iets verschuldigd.
Ein Stand in Streatham war mir was schuldig.Alsof we je iets verschuldigd zijn.
Als ob wir dir was schuldig wären.U bent me iets verschuldigd.
Sie sind mir was schuldig.Ze zijn ze ons iets verschuldigd.
Die sind uns was schuldig.
