KEN - vertaling in Duits

kenne
weten
hebben
ontmoeten
kenden
kunnen
Ken
kaneki
kann
kunnen
mogen
konden
zullen
profiteert
erinnerst
herinneren
wijzen
onthouden
nog
doen denken
denken
vergeten
terugdenken
weet
doet
kennst
weten
hebben
ontmoeten
kenden
kunnen
kennen
weten
hebben
ontmoeten
kenden
kunnen
kenn
weten
hebben
ontmoeten
kenden
kunnen
kannst
kunnen
mogen
konden
zullen
profiteert
können
kunnen
mogen
konden
zullen
profiteert
könnte
kunnen
mogen
konden
zullen
profiteert
erinnere
herinneren
wijzen
onthouden
nog
doen denken
denken
vergeten
terugdenken
weet
doet
erinnert
herinneren
wijzen
onthouden
nog
doen denken
denken
vergeten
terugdenken
weet
doet

Voorbeelden van het gebruik van Ken in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
DeMornay. Ken ik hem?
Kenne ich den?- DeMornay?
Ik ken het alfabetlied dat m'n oma mij leerde.
Ich kann das Alphabetlied, das mir Oma beibrachte.
Ken, Stan en Ginsberg zijn erbij.
Ken, Stan und Ginsberg werden dabei sein.
Nee, ik ken mijn vader niet.
Nein, meinen Vater kenn ich nicht.
Ken je de voorwaarden van een Freidenreden?
Kennen Sie die Bedingungen von"Friedenreden"?
Ken je iemand met een agent op de loonlijst?
Kennst du jemanden mit einem Polizisten auf der Lohnliste?
Ken je hem? Arend Brown?
Arend Brown. -Kennst du ihn?
Ken je Maggie nog, van de kerk?
Erinnerst du dich an Maggie aus der Kirche?
Ik ken drie gerechten.
Ich kann drei Gerichte.
Ik ken ze beter dan jij.
Ich kenne sie besser.
Ken Ronson, Steve Bagnis en Kathleen Jensen.
Ken Ronson, Steve Bagnis, Kathleen Jensen.
Ken jij nog truukjes, Carrie?
Kannst du irgendwelche Tricks, Carrie?
Ken je dat? Over het uitstrijkje?
Diskussion über Pap-Test. Sie kennen den Pap-Test?
Ik ken haar van een politiefeestje.
Ich kenn sie von einer Polizeiveranstaltung.
Deze ken je toch?
Den kennst du doch, oder?
Ken je mijn broer Raalo?
Kennst du meinen Bruder Raalo?
Ken je Joe White nog? Goed.
Erinnerst du dich an Joe White? Ok.
Ik ken niet bewegen. Mijn rug.
Mein Rücken. Ich kann mich nicht bewegen.
Ik ken alle trucs, excuses en leugens.
Ich kenne alle Tricks, alle Ausreden, alle Lügen.
Ken en ik waren beste vrienden.
Ken und ich waren beste Freunde.
Uitslagen: 39145, Tijd: 0.0505

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits