Voorbeelden van het gebruik van Ken in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ken jij de weg naar de luchthaven,?
Is er geen andere rotssteen: Ik ken er geen?
Ken ik jullie goed genoeg om jullie medeplunderaars te noemen?
Na tien jaar ken ik het nog altijd woord voor woord.
Ken je mijn zakken naar boven dragen?
Er is geen andere rotssteen: Ik ken er geen?
Dat ken ik. Zo zeg je dat je niets wilt zeggen.
En ik ken echt met hem te onderzoeken?
Ken je de naam van de andere Britse soldaat… die omkwam in deze aanval?
Ken je deze man… Paul Watson?
Ik ken wel een dealer, als je ze betrouwbaar vindt.
Ken je iemand die hem pijn wilde doen?
Ken je haar?
En vroeg of laat ken ik zelfs de jouwe.
Hoe ken jij nu zeggen dat je Jinnouchi mannen bent?
Ik ken die oproermaker.
Weet je, Ik ken mensen met wie je kunt praten?
Ken je iemand die jouw vader zou willen doden?
Ken je haar?
Wie ken ik daarvoor?