Voorbeelden van het gebruik van Leert in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Leert papa je hoe je een politieman moet zijn?
Hij leert me alles.
Ik wil niet dat je mijn zoon nog meer van dat soort dingen leert.
Van wie je nieuwe dingen leert.
De jury leert u niet kennen.
Je leert geen Frans meer voor mij.
In dit artikel leert u hoe u de agendamelding in Outlook uitschakelt of uitschakelt.
Leert gitaar, keyboard
Damon leert me een spelletje.
Wie leert hen hun waarden?
Een man die je geneeskunde leert.
Dat is iets dat je het eerste jaar op de universiteit al leert.
Hoe je je baby leert om het speelgoed schoon te maken.
Je leert veel en wordt astronaut.
Improviseert u of leert u alles uit uw hoofd? Die teksten,?
Met dit artikel leert u hoe u dit kunt bereiken.
Hij leert haar hindoe!
Hij leert mij en de aap taekwondo.
Dat leert God ons over het ouderschap.
Maar ik heb iemand nodig die mij dat leert.