Voorbeelden van het gebruik van Man ontmoet in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik heb je man ontmoet.
Waar hebt u uw man ontmoet?
Je hebt vandaag een man ontmoet.
Ik heb de man ontmoet die.
Ik heb een man ontmoet.
Hoe heb je je man ontmoet?
Je had een man ontmoet en ging kamperen.
Hoe vaak heb je de man ontmoet?
Hoe heb je je man ontmoet?
Heb je nog nooit een man ontmoet?
Wat? Ik heb een man ontmoet.
Ik heb een man ontmoet.
Ze heeft 'n man ontmoet.
Je hebt 'n man ontmoet.
Ik heb 'n man ontmoet.
Heb je mijn man ontmoet… de kapitein?
En ik heb een man ontmoet.
Daar heb ik mijn man ontmoet, George.
Gisteren heb ik een man ontmoet.
Je hebt vandaag een man ontmoet.