Voorbeelden van het gebruik van Man moet in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Deze jonge man moet Cedric zijn, klopt dat?
Deze man moet rusten.
M'n man moet er zijn.
De man moet oogcontact maken, maar niet staren of leer.
Een man moet z'n eigen geld verdienen.
Een man moet weten wat hij is.
Een man moet vlees eten, hoor!
En elke man moet bereid zijn te sterven.
Als man moet je voor dat gezin zorgen.
Een man moet een huishoudster 14.
Een man moet dik zijn.- Ik weet het.
Een man moet vissen waar de vissen zijn.
Een man moet zijn geheimen hebben.
Een man moet zich soms laten gaan.
Een man moet sterk zijn.
Een man moet nooit alleen drinken.
De man moet wel haar vader's schande met zich meedragen.
Een man moet een pistool hebben.
Een man moet voorzichtig zijn.
Een man moet zijn eigen plekje hebben.